Oog voor de individuele patiënt en elkaar – “Hoe meer behandelopties, hoe meer keuze”

Een goed functionerend team waarin veel aandacht is voor het individu heeft een positief effect op de zorg voor patiënten. Een zienswijze die terugkomt in de visie van de afdeling Neurologie van Rijnstate. Maar wat houdt dit concreet in? En hoe pakt de afdeling dit aan? Neurologen Edo Hoogerwaard en Bas Stunnenberg vertellen er meer over.

Goede zorg begint altijd met een goede intake, ook wel anamnese genoemd. Volgens Edo is dat een van de belangrijkste gereedschappen van een neuroloog. “Tijdens de intake luisteren we goed naar het verhaal van de patiënt. We proberen dan te achterhalen wat de belangrijkste verschijnselen zijn van die patiënt. Maar we bespreken vooral ook welke effecten de klachten hebben op het dagelijks leven van de patiënt. Zo beslissen we samen met de patiënt welke behandeling het beste past.”

“We spannen ons in om per patiënt individuele, patiëntspecifieke informatie te verzamelen”, vult Bas aan. “Bij een wat algemenere diagnose als hoofdpijn of migraine kijken we echt naar: wat heeft deze persoon nodig om beter te kunnen functioneren? Daarvoor maken we bijvoorbeeld gebruik van hoofdpijndagboeken. En dat gaat steeds vaker digitaal.”

Het digitaal verzamelen van patiëntspecifieke informatie helpt de specialist om een behandeling meer op maat te maken. Op de afdeling Neurologie wordt bijvoorbeeld veel gebruikgemaakt van de digitale check-in. “Hiermee kunnen patiënten van te voren aangeven hoe het met ze gaat”, legt Bas uit. “Op die manier is bepaalde informatie dus al beschikbaar op het moment van de afspraak. Dat geeft richting aan het gesprek. Hoe meer data beschikbaar is over hoe het met iemand gaat, des te beter kun je samen met de patiënt tot een behandeling op maat komen.”

Samen beslissen

Volgens Edo werd Neurologie van oudsher gezien als een interessant vak, omdat het vak achterhaalt hoe bepaalde functies in het lichaam werken. “Onze voorgangers waren heel goed in het beschrijven van ziektebeelden. Maar behandelopties, die waren er vroeger stukken minder. Gelukkig is dat de afgelopen jaren enorm veranderd: we weten nu veel meer over aandoeningen én hoe ze te behandelen. Ook zijn er veel meer goede medicijnen. Dus als je het hebt over een behandeling op maat, zijn er tegenwoordig veel meer opties. Dat betekent ook dat je meer te bespreken hebt met je patiënt om samen tot de beste keuze te komen. Er is meer te kiezen, dus heb je ook meer uit te leggen.”

Daar komt nog bij dat patiënten ook steeds vaker advies krijgen over leefstijl. Edo: “Na een beroerte hoort een patiënt bijvoorbeeld al snel iets over stoppen met roken, meer bewegen en gezonder eten. Maar er zijn nog veel meer mogelijkheden, zoals yoga en mindfulness. Momenteel zijn we in kaart aan het brengen wat Rijnstate allemaal te bieden heeft op het gebied van leefstijlgeneeskunde, zoals het Gezondheidsplein. Want als we daar inzicht in hebben, kunnen we dat ook verder uitbouwen.”

Bas vult aan: “Ook kun je dit veel verder specificeren op basis van een diagnose. Bij patiënten met epilepsie zien we bijvoorbeeld relatief vaak overgewicht, omdat ze niet durven te sporten. Als we beter weten wat deze patiënten wél kunnen doen, kunnen we ook deze opties bespreken.”

Aandacht voor werkplezier

Voor elkaar zorgen, dat gaat op de afdeling Neurologie verder dan alleen zorgen voor de patiënten. Edo: “De basis is zorg voor elkaar. Oog voor elkaar hebben, voor elkaar zorgen waar en wanneer dat nodig is. Ook, en misschien wel juist, voor collega’s onderling.”

Om dat te bewerkstelligen, heeft de hele vakgroep eens per jaar een gezamenlijke heidag. Bas werkt nu zo’n drie jaar bij Rijnstate en vertelt: “We gaan dan het hele rondje af, waarbij we uitgebreid bespreken hoe het met iemand gaat. Iedereen staat dus even volledig in de belangstelling. Dat was in het begin wel even wennen, maar eigenlijk is het heel speciaal. Het is echt een startpunt voor de rest van het jaar, waardoor je er de rest van het jaar makkelijk op kunt terugkomen.”

Edo vergelijkt het zelfs met een huwelijk. “Een sollicitatieproces is net als daten: je leert iemand zo goed mogelijk kennen, om te weten wat je in huis haalt. En als het dan uiteindelijk tot een huwelijk komt, dan gaat het erom dat draaiende te houden. Dat is eigenlijk wat de vakgroep ook doet.” Het zorgt voor een goede chemie tussen collega’s onderling, een open sfeer en laagdrempelig contact tussen collega’s. Edo: “Als ik bijvoorbeeld twijfel over een patiënt met epilepsie, vraag ik Bas om even met me mee te kijken. Zo heeft die open sfeer direct een positief effect op de zorg voor de patiënt.”